Fietsen Pyreneeën 2016

In 2016 was het begin juli slecht weer in België en de vooruitzichten waren evenmin schitterend. Vandaar dat we op het laatste moment beslisten om een fietsvakantie door te brengen in het zuiden van Frankrijk, meer bepaald de Pyreneeën waar de Tour twee dagen tevoren was gepasseerd. Standplaats was het dorpje Argelès-Gazost, uitvalsbasis voor verschillende Pyreneeëncols.

 

Weekoverzicht:

Dag 1 : Hautacam + col de Tramassel

Dag 2 : Col de Couraduque

Dag 3 : Col du Soulor-Aubisque-Soulor

Dag 4 : Col d’Aspin + Hourquette d’Ancizan

Dag 5 : Col du Tourmalet + col de Bordères

Dag 6 : Col de Spandelles + Luz Ardiden

Hautacam

Dag 1: Hautacam + col de Tramassel

Onze eerste dag was het bewolkt en fris en we besloten daarom om de meest nabijgelegen col te doen, de Hautacam  . Vanuit Argelès-Gazost is het een tocht van 17 km tot boven.

In het dorp aan het casino stond al een pijl met de richting naar Hautacam en onmiddellijk ben je al uit de drukte. In één van de eerste bochten staat een mooi schilderij met de naam Hautacam en een wielrenner erbij. Hier al even gestopt om een foto te nemen. Reeds in het begin waren er enkele stukken met een serieus hellingspercentage variërend van 7,5% tot 9%.

LEES MEER

Dan was het even op adem komen met een paar stukken van 5 tot 6%. Hierna was het gedaan met de fun. Nu kregen we enkele stukken tot zelfs 10%. Ondertussen waren we ook al in de mist terechtgekomen en zagen we elkaar niet meer rijden, we moesten dus wel in elkaars buurt blijven.

Op een 4-5 km van de top begon het plots te regenen, wat samen met de mist en de kou het feest helemaal compleet maakte. Toch maar doorgereden ook al omdat de weinige andere fietsers hetzelfde deden.

Col de Tramassel

Op de kale troosteloze top niet gestopt maar doorgereden naar de volgende col die slechts 1,2 km verder lag: de col de Tramassel . In normale omstandigheden is dit een lachertje maar bij dit hondenweer viel het toch tegen. Boven op de col snel een foto genomen om dan terug af te dalen naar Hautacam waar we ook hier even stopten voor een foto.

Dan was het tijd om zo snel mogelijk terug naar beneden te rijden maar door loslopende schapen, de kou en de regen werd dit een echte langdurige lijdensweg. Gelukkig dat het na enkele km  stopte met regenen maar de kou en onze natte kleren bleven we wel voelen.

Eindelijk terug in het dorp waar we eerst een hete douche namen en daarna iets gingen eten in het centrum.

We hadden ons het begin van deze vakantie toch wel iets anders voorgesteld. Je rijdt meer dan 1.200 km om het natte België te ontvluchten en dan krijg je te maken met regen en een temperatuur van 5 graden boven op de col. Hopelijk morgen beter.

Lourdes

Dag 2: col de Couraduque

Vanmorgen wakker geworden onder een blauwe hemel, dat beloofde veel goeds. Bedoeling was om via de Soulor naar de Aubisque te rijden.

In het centrum van Argelès staat een bordje met col d’Aubisque, dus de juiste richting volgen was al geen probleem. Wat wel een probleem vormde, was dat het onmiddellijk al vanuit het centrum omhoog ging (en we feitelijk gehoopt hadden op een vlakke aanloop). Even doorbijten en daarna werd het iets golvender.

LEES MEER

Vlak bij het dorpje Aucun begon de lucht te betrekken en aangezien we geen zin hadden in het scenario van gisteren besloten we niet de Aubisque te doen maar wel de col de Couraduque  .

Deze col is slechts 6 km en begint in het dorpje Aucun waar we net waren. Ook op deze col staan de bekende borden met het aantal km en het stijgingspercentage.

Ook hier in het begin al serieuze stijgingspercentages tussen de 8-9%. Na 3 km klimmen (de helft van de col) begon het weer te regenen en de temperatuur was ook serieus gedaald.

We hadden echt geen zin om dit 2 dagen na elkaar mee te maken en we besloten dan maar halverwege terug te draaien naar Argelès. Zelfs op de terugweg bleef het regenen en we hadden dan ook geen spijt van onze beslissing om deze col niet volledig te doen.

 

Na het middageten was het wel gestopt met regenen, maar echt uitnodigend om te fietsen was het niet. Vandaar dat we maar besloten een bezoekje te brengen aan Lourdes dat slechts op 10 km ligt.

col du Soulor

Dag 3: col du Soulor-Aubisque-Soulor

Droog weer vandaag en dus maar de uitdaging aangaan voor het serieuze werk: de col du Soulor  en de Aubisque .

Met de auto reden we tot Aucun om van daaruit met de fiets de 2 cols te beklimmen.

Na 1 km konden we onze lange mouwen al uitdoen, wat een verschil met de vorige dagen. Pas na enkele km (dorpje Arrens Marsous) begon het zwaardere werk, maar al bij al viel deze beklimming nog mee.

LEES MEER

Boven op de top was het terug wat frisser geworden, dus terug lange mouwen aan en een foto genomen. Vervolgens richting Aubisque, wat begon met een afdaling en daarna golvend over een kleine tien km.

We probeerden onderweg het bordje terug te vinden waar Wim van Est in 1951 de afgrond was ingedonderd, maar vonden het niet terug. Net voor de top moesten we even inhouden want op de weg liepen paarden en koeien.

Boven op de Aubisque enkele foto’s genomen en dan weer richting Soulor. Dit was een leuke afdaling, alleen het laatste stukje liep terug omhoog. Vanop de top van de Soulor was het aangenaam dalen tot aan de auto.

Hourquette d'Ancizan

Dag 4: col d’Aspin + Hourquette d’Ancizan

Eindelijk een droge en zonnige dag. Het moment om na de Aspin een totaal onbekende col te doen, Hourquette d’Ancizan . Een col die de renners dit jaar tijdens de Tour ook gedaan hebben (maar in de andere richting).

Met de auto reden we tot Sainte Marie de Campan, de voet van de beklimming van de Aspin. Van hieruit is het 13 km klimmen tot de top van de Aspin .

Deze col begint zeer gemakkelijk, een ideale aanloop. Het eigenlijke klimwerk begint pas net voorbij de afslag naar Hourquette d’Ancizan en dan is het nog maar 6 km klimmen tot aan de top van de Aspin. Foto nemen en dan de afdaling inzetten.

LEES MEER

Beneden in het dorpje Arreau was het tijd om iets te eten. Dan een vijftal km rijden tot aan de voet van de Hourquette d’Ancizan (om de iets drukkere hoofdbaan te vermijden namen we een parallelle weg). Dan rechtsaf door het dorpje Ancizan met onmiddellijk een steile beklimming in het begin (zelfs even zoeken want er stonden geen pijlen meer).

Hourquette d’Ancizan

Op de tv hoorden we tijdens de Tour vertellen dat dit een ideale col is voor wielertoeristen met een lekker golvend parcours. Maar dit was wel in de andere richting, want van hieruit was het echt afzien met regelmatig stukken boven de 10%.

Dit was dus niet meer zo genietend fietsen, maar wel krabbelen om boven te geraken in de hitte. We vonden het al raar dat er langs deze kant  geen andere wielrenners te bespeuren waren en nu wisten we ook waarom.

Boven een foto genomen, even bekomen en dan de afdaling inzetten. Na enkele km dalen was de weg versperd door een kudde ezels wat natuurlijk het moment was voor een paar mooie foto’s. Maar dan stond er ons een stuk klimmen te wachten wat we helemaal niet verwacht hadden tijdens een afdaling. Gelukkig was het maar een kleine km en was het daarna heerlijk dalen met mooie uitzichten o.a. op een meer.

Beneden kwamen we aan de afslag waarlangs we deze morgen waren gekomen bij de beklimming van de Aspin. Het was langs deze kant dat ook de renners van de Tour waren omhoog gekomen en dit is inderdaad een mooi parcours en helemaal niet zo zwaar als de andere kant. We daalden nog een zevental km tot aan de auto en hadden er op het einde slechts 55 km opzitten, maar we voelden ze wel.

col du Tourmalet

Dag 5: Col du Tourmalet + col de Bordères

Vandaag is het moment om de grote klepper van de Pyreneeën aan te pakken, de col du Tourmalet . Met de auto reden we tot Luz-St.-Sauveur. Van hieruit is het bijna 19 km klimmen met een gemiddelde van 7,4%.

De eerste 3 km is het nog niet zo zwaar, maar je hebt wel nog veel verkeer dat passeert. Vanaf Barèges met zijn thermen begint het serieus te stijgen.

Je komt dan even later op een vlak stuk bij het skistation waar je zelfs een alternatieve route kan nemen (Laurent Fignon route).

LEES MEER

We namen de traditionele weg en kregen stijgingspercentages van 7,5 tot 9% voorgeschoteld. De laatste km was de kers op de taart met meer dan 10%. Boven op de top was het een drukte van jewelste want iedereen wil een foto nemen met het bord van de Tourmalet. Zelfs enkele loslopende lama’s kwamen even kijken naar al die drukte.

Daarna was het tijd voor de afdaling en via dezelfde weg terug belandden we in Luz-St.-Sauveur waar we op een terras iets aten en dronken.

Hierna terug naar het hotel waar Regina besloot aan het zwembad te gaan liggen. Ikzelf wilde nog een klein colletje doen, col de Bordères , aangezien we in het begin van de vakantie wegens het slechte weer enkele cols niet hadden kunnen beklimmen.

col de Bordères

Met de auto reed ik terug tot Aucun om dan terug een klein gedeelte van het parcours naar de Soulor te doen. Op zeker moment moet je echter naar links draaien en rijd je via een kleine weg richting  Lac d’Estaing. Het is een heel rustige beklimming zonder de bekende platen met stijgingspercentages, maar na een zestal km ben je reeds boven. Je kan dan doorrijden naar Lac d’Estaing, maar ik draaide terug richting auto.

col de Spandelles

Dag 6: col de Spandelles + Luz Ardiden

De hoteluitbater had ons gezegd dat we zeker de col de Spandelles  moesten doen, een col die vlakbij ligt, heel mooi is en met vele vlakke stukken.

Op onze laatste dag beslisten we dan maar om naar deze wijze raad te luisteren en vertrokken we vanuit Argèles richting Gez. In het begin rijd je nog door de bewoonde wereld maar na een paar km is er niets meer te zien, alleen maar natuurschoon. Hier had de hoteluitbater gelijk en ook op het gebied van de vlakke tussenstukken. Maar dit betekende wel dat de rest van de beklimming soms behoorlijk pittig was. Er stonden trouwens geen borden om te kijken wat de stijgingspercentages waren (15, 5 km aan gemiddeld 6%).

LEES MEER

Tijdens de beklimming geen enkele andere fietser gezien, wel twee tijdens onze afdaling. Onderweg kom je ook het bord tegen richting col de Couraduque, maar dit is enkel te doen met MTB en niet met racefiets. Boven rap een foto genomen (te veel insecten) en dan terug naar Argelès.

Zo mooi de beklimming is, zo ellendig is de afdaling. Wegens heel veel kiezelsteentjes en dwarse sleuven is het voortdurend oppassen tijdens de afdaling, dus zeker niet te bruusk remmen. Vandaar dat deze afdaling een stuk langer duurde dan normaal. In het dorp was er op dat moment een festival bezig, dus op alle terrasjes was het gezellig druk. Regina besloot hier wat te gaan rondkijken, ikzelf wilde afsluiten in schoonheid en besloot nog de beklimming naar Luz Ardiden  te doen.

Met de auto terug naar Luz-St.-Sauveur van waaruit de beklimming van iets meer dan 14 km  begon.

Niemandsland: Luz Ardiden

De eerste 2 km zijn nog licht in vergelijking met wat daarna komt. In het dorpje Sazos aan het zwembad moet je links en dan begint de lijdensweg.

Ook tijdens deze beklimming was er geen enkele andere fietser bergop te zien. Het tijdstip (15.00 uur) en de hitte zullen er wel alles mee te maken gehad hebben. Stukken tussen de 8 en 10% volgden elkaar op en het duurde een eeuwigheid voor ik een stuk van “maar 6%” voor de wielen kreeg, wat aanvoelde als een hele verademing.

Ik had 2 bidons met drank meegenomen en deze kwamen goed van pas tijdens de zware, hete beklimming.

Op zeker moment vlak voor de top kwam ik op een T-kruispunt terecht waar geen enkele aanduiding meer stond hoe te rijden. Gelukkig kwamen op dat moment enkele fietsers naar beneden via links, dus wist ik welke kant ik uit moest. Nog 1 km en ik was eindelijk boven.

Hier had ik gehoopt iets lekkers fris te kunnen drinken, maar wat viel dat tegen. Alles gesloten en voor de rest was het maar een troosteloze boel. Rap een selfie genomen en in snelle vaart naar beneden om zo rap mogelijk een terras te vinden in Luz-St.-Sauveur en daarna terug naar het hotel om nog even na te genieten aan het zwembad.