Na verscheidene jaren in Frankrijk gefietst te hebben, was het nu eens tijd voor verandering. Dit jaar trokken we naar de Italiaanse Alpen om daar enkele kleppers te gaan beklimmen.
Weekoverzicht:
Dag 1: Bormio 2000
Dag 2: Stelvio
Dag 3: Torre di Fraelle
Dag 4: Mortirolo
Dag 5: rustdag
Dag 6: Gavia
Dag 1: Bormio 2000
Na het ontbijt een bezoek aan het centrum gebracht. Eerst even binnenspringen in het VVV-kantoor om wat informatie te bekomen over de cols. Een mooie brochure meegekregen met al de cols in de omgeving. Hierin wordt nog extra informatie gegeven over de lengte van de ritten, het gemiddelde stijgingspercentage en vele andere nuttige dingen. Dan op zoek naar een supermarkt om wat drankvoorraad in te slaan en vervolgens naar het hotel om ons klaar te maken voor onze eerste rit. Hier even de brochure doorgenomen en besloten om als eerste rit naar Bormio 2000 te rijden. Is een ritje van maar 10 km klimmen naar het skistation met een gemiddelde stijgingspercentage van meer dan 7%.
LEES MEER
Vanuit het centrum staat al duidelijk aangewezen hoe je moet rijden naar Bormio 2000. De eerste km was al één van de steilere stukken, gelukkig werd het daarna iets minder. De weg was ook niet in zo een goede staat. Bij het klimmen was dit niet zo erg maar achteraf bij het dalen en zeker in het dorpje San Pietro moest je toch goed uitkijken. Gelukkig was er bij de beklimming regelmatig voldoende schaduw zodat het al bij al goed meeviel. Boven bleek dat het skistation niet op 2000 m lag maar slechts op 1952m. Hier wilden we een foto nemen maar bleek de batterij van ons fototoestel plat te zijn, dan maar de smartphone gebruikt. Vervolgens terug naar beneden en ook nog gestopt om foto’s te nemen en te filmen: mooi uitzicht over Bormio. Tijd voor onze lunch: een Italiaans broodje of Panini. Ondertussen begon het donkerder te worden en voelden we zelfs een druppel. Dan toch maar geen namiddagrit doen, maar wel naar het hotel om de eerste rit van de Tour te bekijken. Zo zullen we zeker goed uitgerust zijn voor morgen, want dan wacht de Stelvio.
Dag 2 : de Stelvio
Gisteravond hadden we al opgemerkt dat er zoveel moto’s in Bormio waren, maar dat was nog niets in vergelijking met vandaag. Blijkbaar was er een mototreffen hier maar er stond nergens in de stad iets vermeld. Bovendien hadden al die duizenden moto’s ook vandaag het plan opgevat om de Stelvio te doen. Dit betekende vanaf het begin van de beklimming dat we constant werden voorbijgestoken door ontelbare moto’s. Nadeel was dat je als het ware vergast werd door al die uitlaatgassen en dat alles gepaard ging met veel lawaai. Het grootste gedeelte van die motorijders reed op een normale manier, maar er waren er ook die dachten dat ze op een circuit aan het racen waren ipv in de bergen. Een echt rustige beklimming is het dus niet geworden. Wij waren veruit de enigen die niet wisten dat vandaag die motorit naar de Stelvio gepland was, want we hebben tijdens onze hele rit nog geen 10 fietsers gezien die de beklimming deden. Toch had dit alles een voordeel, er waren tot 13 uur geen auto’s op de Stelvio toegelaten zodat we hier al geen last van hadden.
LEES MEER
Vanuit Bormio moesten we 40 bochten doen over 22 km. Elke bocht staat aangeduid en je moet gewoon aftellen om te weten hoe ver het nog is. Op elk bordje staat trouwens aangeduid op welke hoogte je bent. Onderweg kom je ook door enkele niet zo brede galerijen waar het lawaai en de benzinegeur van de moto’s nog eens versterkt werd, maar gelukkig waren die galerijen niet zo lang. Op zeker moment zie je een bordje staan waarop staat dat er 14 opeenvolgende bochten zijn. Dit was een mooi uitzicht en je kwam zo ook te weten wat je nog te wachten stond. Hier begon het klimmen ook moeilijker te worden en op de weg stond 14% vermeld. Na deze bochten werd het een stukje vlakker en ik had zelfs de indruk een beetje bergaf. Dan kregen we op enkele km van de top het bord in zicht waar je linksaf naar Zwitserland kan (hier stond zelfs de Zwitserse douane) en rechts naar de top van de Stelvio die je nu ook duidelijk zag liggen. We zagen hier ook het bord met de laatste 10 bochten staan, dus nog even doorbijten voor ons. De inspanningen begonnen nu toch door te wegen en tussen bocht 6 en 5 ging het nog even steil omhoog maar het einde was nabij. Op de weg werden vanaf de laatste km elke honderd meter vermeld zodat we echt konden aftellen. De laatste bocht genomen en daar stonden aan de kant vele moto’s bij het bord van de Stelvio, maar op de weg stond dat we nog 300 m verder moesten rijden.
Passo dello Stelvio
Dus nog even verder tot de echte top waar het een echt mierennest was van al die moto’s. Even rondgekeken naar dit schouwspel (motorijders, winkeltjes met Stevio-prullaria en zelfs enkele skiërs gezien). Gelukkig konden we hier ook een foto nemen en zelfs iets drinken. Dan was het tijd voor de afdaling. Ook hier weer vele motoren die blijkbaar terug naar Bormio moesten, maar dat kon de pret niet drukken want de uitzichten tijdens deze afdaling waren indrukwekkend. Af en toe gestopt om even te filmen en dan verder naar Bormio want het werd nu toch hoog tijd om iets te eten. Tijdens onze lunch konden we dan afspreken welke rit we morgen zouden doen.
Dag 3: Torri di Fraelle
In de fietsbrochure hadden we gezien dat er ook een mooie rit is naar het meer van Cancano. Hiervoor moesten we vanuit Bormio richting Livigno rijden. Na een aantal km moesten we rechtsaf richting Torre di Fraelle. Hier liep het eventjes bergop en dan terug rechts richting eigenlijke beklimming. Aanvankelijk waren er heel lange rechte stukken die geleidelijk omhoog gingen tot je aan een picknickplaats kwam. Hier zag je voor u de vele bochten liggen die leidden naar de torens. Een schitterend uitzicht, maar we moesten daar wel naar boven. Gelukkig viel deze beklimming met al die bochten heel goed mee.
LEES MEER
Onderweg kwamen we zelfs een oude man op een gewone fiets tegen, maar hij moest toch dikwijls afstappen. Vlak voor je boven bent moet je door 2 korte tunnels en dan ben je aan het bord met Torre di Fraelle 1940 m. Hier gestopt voor de traditionele foto en nog even gesproken met 2 Nederlandse dames die ook naar boven waren gefietst. We hadden gelezen dat doorrijden naar het meer van Cancano niet zo een goed idee was omdat het een onverharde weg was, dus dan maar rechtsomkeer. Van hierboven had je een mooi uitzicht over de talrijke bochten en filmden we nog even voordat we aan de afdaling begonnen. Totale afstand van dit ritje was maar 30 km en het stijgingspercentage van de beklimming bedroeg 6,9%. Namiddag was het dan tijd om de toerist uit te hangen en reden we met de auto naar Livigno (35 km). Hier kwam je voorbij de Passo di Foscagno die we misschien een van de volgende dagen konden doen. In Livigno konden we ons hartje eens ophalen want hier kan je tax free shoppen. Onze drankvoorraad werd terug aan gevuld, de benzinetank vol gedaan en dan terug naar Bormio.
Dag 4: Mortirolo
Van enkele hotelgasten hadden we gehoord dat er richting Mortirolo verschillende tunnels zijn waar fietsers niet door mogen. Vandaar dat we besloten om met de auto tot aan de voet van deze col te rijden. In de fietsbrochure hadden we gezien dat er twee beklimmingen mogelijk zijn: een moeilijke en een “iets gemakkelijkere”. Ik wilde de stoere uithangen en de moeilijke beklimming nemen, Regina nam de traditionele route. Met de auto moesten we even zoeken naar de startplaats van de beklimming. Hier in Monno parkeerden we de auto en Regina vertrok langs hier. Ikzelf zou verder rijden. Dit betekende eerst nog enkele km dalen tot Mazzo en dan hier aan de klim beginnen.
LEES MEER
In het dorpje was het niet echt duidelijk hoe op het parcours te geraken. Je moest soms gokken hoe het verder moest op het fietspad. Ik had gelezen dat je een tijdje moest dalen en dan aan de klim zou beginnen. Op zeker moment op het fietspad stond een pijl naar links richting Passo di Mortirolo.
De Mortirolo: een killer
Hier begon de weg onmiddellijk te stijgen en stond ook het bordje van 18% waarover ik gelezen had. Gedurende verschillende km bleef de weg maar stijgen en was het serieus krasselen. Ik moest zelfs enkele keren stoppen onderweg wat me nog nooit was overkomen tijdens een beklimming. Onderweg zag ik ook geen enkele verwijzing naar Pantani waarover ik gelezen had, maar er stonden wel bordjes van de Gran Fondo Stelvio met hoeveel km nog te gaan. Op zeker moment stond er een groot bord en een grote pijl met Passo di Mortirolo, dus alles was nog in orde volgens mij. Maar deze weg liep over in een verhakkeld betonnen fietspad dat over het erf van een boerderij liep. Hier even gevraagd of ik in de juiste richting naar de Mortirolo zat en dat was ok. Een beetje verder stond een boer en die vroeg heel verbaasd waar ik vandaan kwam. Hier ook maar eens gevraagd of ik nog juist zat en hij vertelde mij dat het nog een drietal km tot de top was. Ondertussen moest ik op dit fietspad afstappen omdat het te steil en te slecht was. Een andere boer kwam hier met zijn tractor voorbij en bood me vriendelijk aan om me mee te nemen. Een dikke km verder kwamen we uit op de normale weg naar de top. Hier bedankte ik deze vriendelijke Italiaanse boer en stuurde ik een berichtje naar Regina dat ik in aantocht was. Zij was ondertussen al lang boven en begon zich al ongerust te maken. Voor mij begon nu het laatste gedeelte, eindelijk op een normale weg met een fatsoenlijk stijgingspercentage. Voorbij de laatste bocht zag ik Regina al aan het bord staan en konden we eindelijk onze foto nemen. Voor Regina was het een ook een zware beklimming geweest die ze gedaan had in 1uur 50min. Zij had wel een fatsoenlijk wegdek met onderweg constant bordjes over hoeveel km, hoogte, enz. Zaken die bij mij allemaal ontbraken. Tijdens onze afdaling kwamen we na een paar km aan een splitsing waarbij de afslag naar Mazzo stond. Toen besefte ik dat ik verkeerd was gereden en dat ik een heel ander parcours had gevolgd wat ook de verbaasde blik van die Italiaanse boer verklaarde. Ik weet dus niet of het parcours dat ik gevolgd heb gemakkelijker of moeilijker was dan het originele parcours. Het enige dat ik met zekerheid kan zeggen is dat dit de lastigste rit van heel mijn fietsloopbaan is geweest. Bij het verder afdalen zag ik ook dat deze kant meer dan de moeite waard was, met een mooi wegdek en betere stijgingspercentages dan mijn route. Hier besefte ik dat ik ’s morgens de verkeerde keuze had gemaakt en toch beter met Regina langs deze kant de Mortirolo had beklommen. Wij daalden rustig verder tot we aan onze auto kwamen. Hier de fietsen terug opgeladen en dan een café gezocht waar we ons vochtverlies konden wegwerken, waarna we terug naar Bormio reden. De scalp van de Mortirolo hadden we nu ook, alhoewel Regina hem meer verdiende dan ik want zij was immers zonder stoppen en hulp van een tractor bovengeraakt.
Dag 5: rustdag
Door de slechte weersomstandigheden (regen) werden wij genoodzaakt om een rustdag in te lassen. Onze tocht naar Passo del Foscagno viel letterlijk en figuurlijk in het water. Het werd dus een dagje shoppen in Bormio en ’s namiddags wat naar de Tour kijken op onze hotelkamer.
Dag 6 : Passo del Gavia
Op onze laatste dag moest de derde klepper eraan geloven, nl. de Gavia . In de fietsbrochure hadden we gelezen dat deze rit vanuit Bormio 26 km lang was, met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,5%. De echte beklimming zou pas beginnen rond km 14 bij skistation Santa Caterina. Maar wat bleek, reeds bij het buitenrijden van Bormio ging het steil omhoog en lag de ketting al op het kleinste tandwiel. Gelukkig duurde dit niet te lang en reden we door een aantal dorpjes waar het redelijk vlak was. Dan volgde een golvend parcours tot in Santa Caterina waar de eigenlijke klim begint.
LEES MEER
Dit klimmen viel al bij al goed mee en het was zeer rustig op de baan (geen 10 fietsers gezien tijdens onze beklimming). Tussen km 20 en 21 volgde nog een steil stuk waar het even doorbijten was, maar de laatste 5 km waren zeer goed te doen. Alleen het wegdek lag er erbarmelijk bij, wat nadien zeer vervelend was in de afdaling.
Passo del Gavia: mythisch
Uiteindelijk kwamen we aan bij een mooi bergmeertje waar ook de top ligt. Hier kon je een foto nemen bij een bord met “I did the Gavia” en natuurlijk ook een foto bij het bord met de hoogtemeters. Dan even pauzeren om een cola te drinken. Ondertussen was er een frisse wind komen opzetten en moesten we onze regenvestjes aandoen. Hier kwamen we nog enkele landgenoten tegen waar we even mee spraken en dan was het tijd voor de afdaling. Door die opkomende wind werd het een frisse afdaling met zelfs kou aan de vingers. Geen tussenstop onderweg om zo rap mogelijk terug in het warme dal te komen. In Bormio was het dan ondertussen tijd geworden voor onze lunch en omdat het onze laatste rit was mocht het deze keer wel een ongezonde hamburger zijn die heerlijk smaakte. Daarna naar ons hotel voor een verkwikkende douche en ook om onze koffers al te pakken voor onze terugreis morgen.