In juli 2013 besloten wij om onze fietsvakantie door te brengen in de Franse Alpen. Bedoeling was om hier gedurende één week een aantal bekende (beruchte) Tourcols te doen.
Wij verbleven er in een B&B vlak bij het centrum van Saint-Jean-de-Maurienne, het stadje dat bekend staat als de “hoofdstad van de cols”.
Eerste werk dat gedaan moest worden : info over de cols. Geen betere plaats om aan al deze informatie te komen dan het lokale VVV-kantoor. Hier werd onmiddellijk al duidelijk dat het fietstoerisme een belangrijke plaats inneemt. Veel brochures en zelfs kaarten met de legendarische cols (allemaal gratis).
Terug op onze kamer werd al deze info grondig bestudeerd en besloten we de volgende dag als eerste col de Croix de Fer te doen.
Weekoverzicht
Dag 1 : Croix de Fer + Col du Mollard
Dag 2 : La Toussuire
Dag 3 : Col du Grand Cucheron + Col du Chaussy
Dag 4 : Col de la Madeleine
Dag 5 : Col de l’ Iséran + Col du Mont Cénis
Dag 1 : Croix de Fer + Col du Mollard
Achteraf bekeken was dit toch niet zo een goed idee om met deze col te beginnen. Echt opwarmen zit er niet in, want vanaf de eerste meters gaat het serieus omhoog en dat gedurende 30 km lang. Voordeel is wel dat je de langste beklimming eerst hebt gedaan en al de volgende zijn dan maar “peanuts” in vergelijking met deze.
Na ons stevig ontbijt vertrokken we voor onze eerste col van deze vakantie : de Croix de Fer. Twee jaar voordien hadden we vanuit Bourg d’Oisans de andere kant beklommen met de Col du Glandon. Boven op deze col waren we gestopt om iets te drinken in het café. Hier was het zo goed, dat we de laatste 2 km naar de Croix de Fer niet gedaan hadden. Nu was het dus tijd om deze col aan ons palmares toe te voegen.
LEES MEER
Viel dit even tegen, de beklimming via de andere kant. Daar waar je vanuit Bourg d’Oisans eerst nog enkele km vlak moet rijden vooraleer je begint te klimmen, is het vanuit St. Jean-de-Maurienne al vanaf de eerste meter serieus omhoog op uw (bijna) kleinste verzet. Na een autorit van 1000 km de dag ervoor en zonder opwarming was dit in feite niet verantwoord. Onderweg kom je allerlei verwijzingen tegen naar de Tour zoals beeldjes van fietsers in gele/groene en bolletjestrui. Bovendien is er het prachtige natuurschoon met niet al te veel verkeer en de passage door een skidorp dat ervoor zorgt dat die 30 km toch nog een beetje fietsplezier gaven.
col du Mollard
Boven werd er gestopt niet alleen voor de traditionele foto van de col maar ook voor de traditionele cola op het terras. Dan was het terug tijd voor een rustige afdaling via dezelfde zijde, want we hadden onderweg gezien dat er een pijl stond naar een andere col, de Col du Mollard.
Ondertussen was het middag geworden en besloten we in het skidorp te stoppen om iets te eten. Specialiteit van het huis was een soort van dichtgevouwen pannenkoek met allerlei ingrediënten. Een ideale maagvuller vooraleer de volgende col te beklimmen.
Na de middagstop daalden we verder tot aan het brugje over de rivier (Pont de Belleville). Hier moesten we rechtsaf draaien richting Col du Mollard. Een beklimming van slechts 6 km. Wat een verschil met deze morgen. Dit was echt genieten. Boven een foto genomen en dan rustig verder afgedaald richting St-Jean-de-Maurienne en onze eerste fietsdag zat erop.
Dag 2 : La Toussuire
Onze tweede dag besloten we de de beklimming te doen van La Toussuire, de col waar Floyd Landis een enorme inzinking kreeg tijdens de Tour. Om deze col te doen, moesten we gedeeltelijk over hetzelfde parcours als de dag tevoren. De eerste km zijn gelijk en dan moet je rechtsaf draaien. Je komt door enkele pittorekse dorpjes waar bijna alles in het teken staat van de Tour. Een heel rustige beklimming met geen verkeer. Zelfs een paard dat losliep in het midden van de weg kon de pret niet verstoren. Op zeker moment kwamen we aan een splitsing waar 2 wegwijzers de richting naar La Toussuire aanduidden. Even de kaart erbij gehaald en we besloten links op te rijden, de kant die Landis enkele jaren tevoren ook had gedaan en tevens de kant waar de paaltjes staan met het aantal km en de percentages.
LEES MEER
Echt steil was deze kant niet en je ziet al vanop grote afstand het skidorp liggen. We konden dan ook vlot een tandje bijsteken en bereikten al snel de eindmeet. Ook hier weer een foto genomen en een colaatje gedronken.
Voor de afdaling besloten we deze keer de andere kant te nemen en via de D78 reden we wederom door een prachtige natuur naar beneden. Aan de splitsing reden we linksaf D78D om te vermijden dat we terug op het parcours van de beklimming zouden terechtkomen. Via allerlei bochten kwamen we terug aan bij onze B&B.
Dag 3 : Col du Grand Cucheron + Col du Chaussy
Van onze hotelbaas hadden we gehoord dat de weg naar de voet van de Grand Cucheron niet zo fietsvriendelijk was wegens te veel en te snel verkeer. Daarom besloten we onze fietsen op de auto te laden en naar Epierre te rijden. Hier de auto gedropt, fietsen afgeladen en dan richting Grand Cucheron. In het begin kom je nog een dorpje tegen, maar dan is het volledig gedaan en is er niks anders dan bossen waar het prachtig is om door te rijden. Bovendien zorgen al die bomen voor de nodige schaduw zodat je zonder al te veel zweetdruppels op de top geraakt.
LEES MEER
Boven even overleggen : doorrijden of terugdraaien. De hotelbaas had ons aangeraden om door te rijden. Je zou dan nog 1 onbekende col tegenkomen maar je had dan wel nog een prachtige natuur in het vooruitzicht. Toch maar beslist om niet naar de hotelbaas te luisteren en terug te draaien en dan met de auto naar de voet van Col du Chaussy te rijden.
col du Chaussy
Ondertussen was het middag geworden en besloten we iets te eten in Le Chatel. Gelukkig dat we dit gedaan hadden, want hierna was er nergens nog gelegenheid om iets te eten of te drinken. De Col du Chaussy bestaat uit 18 bochten en de hele beklimming bedraagt zo een 14 km te beginnen in Montvernier. Als je beneden langs de grote baan kijkt naar deze col, zie je pas hoe mooi hij is.Tijdens onze beklimming in de snikhete namiddagzon dachten wij maar aan één ding : zo snel mogelijk bovengeraken. De beklimming zelf verloopt in het begin zeer moeizaam en je geraakt niet echt in je ritme. Eens voorbij de uitholling in de rotsen gaat het iets beter. Boven wachtte ons echter een teleurstelling : het café was door een recente brand gesloten en een koude cola was op dit ogenblik zeker van pas gekomen. Boven kan je ook doorrijden richting col de la Madeleine, maar die zouden we opsparen voor de volgende dag. Dus dan maar rechtsomkeer naar beneden en aan de voet van de col, de fiets op de auto geladen en enkele minuutjes later waren we terug in St Jean de Maurienne voor een frisse pint.
Dag 4 : Col de la Madeleine
Enkele dagen na onze beklimming van deze col, zou de Tour de France hier passeren en dit was heel duidelijk te merken. Het laatste gedeelte van de col was al volledig ingepalmd door wielerliefhebbers met hun campers. Nog nooit hebben we bij een col zoveel aanmoedigingen gekregen als hier, wat het wel heel speciaal maakte.
col de la Madeleine: legendarisch
Voor de rest kan ik zeggen dat deze col wel serieus zwaar is. Vanuit La Chambre is hij maar 19 km lang, maar vanaf het begin gaat het al steil omhoog. Je hebt dus geen aanloopstrook zoals bij de beklimming van de Mont Ventoux vanuit Bédoin en vandaar dat wij hem ook zwaarder vonden dan de Ventoux ondanks zijn kortere afstand.
Dag 5 : Col de l’Iseran + Col du Mont Cenis
De hoogste col hadden we voor de laatste dag bewaard. Na het ontbijt de fietsen op de auto gezet, want het was een uurtje rijden naar Bonneval-sur-Arc wat de voet is van de Col de l’Iseran. Onderweg weer een col de la Madeleine ontmoet (dit is de 3e col met dezelfde naam die we ooit zijn tegengekomen).
col de l’Iseran: de hoogste?
Vanuit Bonneval is het zo een 13 km klimmen en je krijgt zo veel natuurschoon te zien dat je geen tijd hebt om af te zien. Op zeker moment rijd je langs echte sneeuwmuren (maand juli!!) en kan je skifoto’s nemen. Vlak voor de top zie je aan de rechterkant ook een volledig skigebied liggen en de traditionele marmotten kom je ook tegen (of je hoort ze alleszins fluiten).
LEES MEER
Boven op de top kan je doorrijden naar Val d’Isere, maar wij besloten om hier iets te drinken en een t-shirt te kopen. In het café hier beweren ze zelfs dat de col de l’Iseran de hoogste van Europa is (en niet de Bonette of de Stelvio).
Na de afdaling fietsen terug op de auto gezet en richting voet van de col du Mont Cenis gereden om iets te eten. Tijdens het eten begon het weer echter te veranderen. Geen zon meer, maar wel wind en enkele regendruppels. Toch maar besloten om deze beklimming te doen. De baan naar de top leidt naar Italië en is heel breed en er was niet al te veel verkeer, maar wel des te meer wind en wolken. Gelukkig hadden we warmere kledij bij en was de beklimming maar 10 km lang. Boven een foto genomen en dan even schuilen in het café waar de oude cafébazin nog vele verhalen over vroeger vertelde.
Dan langzaam naar beneden (snel ging niet wegens gevaarlijke windstoten) en dan met de auto alweer een uurtje onderweg vooraleer we terug in onze B&B waren.