In 2011 gingen we tijdens de grote vakantie een weekje fietsen in de buurt van de Mont Ventoux. We verbleven er in vakantiecentrum Les Florans te Bédoin. Hier waren we al eens eerder geweest met een georganiseerde reis en we wisten dus wat te verwachten van dit vakantiedomein. Op de site van “de Kale Berg” en “LeMontVentoux.net” hadden we een aantal fietsroutes gevonden en een aantal daarvan wilden we deze week eens rijden. Bovendien hadden we een gedetailleerde kaart van de streek gekocht zodat we goed gewapend waren voor deze fietsweek. De eerste dag besloten we het rustig aan te doen met een opwarmertje van slechts 3 colletjes.
Weekoverzicht:
Dag 1 : Tour de Suzette : Col de Suzette + Col de la Chaine + Col de la Madeleine
Dag 2 : Col de Propiac + Col de la Croix Rouge+ Col d’Ey
Dag 3 : Col des Abeilles – Sault- Gorges de la Nesque
Dag 4 : Lac du Paty
Dag 5 : Malaucène – Mont Ventoux – Sault – Mont Ventoux – Malaucène
Dag 6 : Route de la Peste met Col de la Ligne + Col de Murs
Dag 1 : Tour de Suzette : Col de Suzette + Col de la Chaine + Col de la Madeleine
Ons eerste tochtje was bijna 40 km. Voor de eerste dag hoefde dit niet meer te zijn, te meer daar de temperaturen al behoorlijk hoog waren en zo konden we ook al aan fietsen bij dit weer gewend raken. Vanuit Bédoin trokken we richting Crillon-le-Brave, dan naar Caromb, vervolgens Le Barroux (waar ze vroeger nog de serie het Zwaard van Ardoewaan hadden opgenomen) en dan naar boven voor onze eerste col, Col de Suzette (392m) .
LEES MEER
We reden dan richting Malaucène en kwamen al snel aan de volgende col, Col de la Chaine (472m). Afdalen tot Malaucène waar het tijd was om iets te drinken op één van de terrasjes op het plein. Daarna terug op de fiets voor de laatste col van deze dag, de Col de la Madeleine (448m). Dit is uiteraard niet de col met dezelfde naam die in de Alpen ligt, want deze is 2000 m hoog. Zijn naamgenootje van slechts 448 m ligt tussen Malaucène en Bédoin en is uiteraard een lachertje in vergelijking met zijn grote broer. Onze eerste dag besloten we met iets te drinken op één van de vele terrasjes in Bédoin. Er is zelfs een Belg die er café heeft.
Dag 2 : Col de Propiac + Col de la Croix Rouge+ Col d’Ey
Op onze tweede dag toch maar iets meer km gedaan. We kozen voor route 15 van de fietsroutes, maar dit betekende wel dat we moesten vertrekken vanuit Buis-les-Baronnies. Toch maar de fietsen op de auto’s geladen en naar dit dorpje gereden, want die hele afstand met de fiets doen in die temperaturen, dat zagen we toch niet zitten. De auto geparkeerd op het grote plein in Buis-les-Baronnies (tof stadje met veel wielertoeristen) en dan vertrokken voor ons ritje van ongeveer 60km. Na 10km kwamen we al onze eerste col tegen Col de Propiac (526 m), en die verliep heel vlotjes.
LEES MEER
Dan een tiental km fietsen door wondermooi natuurschoon om aan te komen in Mirabel-aux-Baronnies. Vervolgens doorrijden tot Chateauneuf de Borgette en hier kwamen we bij Col de la Croix Rouge (511m). Deze col stond niet op de fietsroute vermeld, dus was het een aangename verrassing dat die ertussen zat. Even stoppen om een foto te nemen, maar er stond wel niet bij hoeveel hoogtemeters deze col had.
Via Eygues en Saint-Jalle kwamen we bij de volgende col, col d’Ey (718m). Dan nog een tiental km rustig dalen om terug in Buis-les-Baronnies aan te belanden. Hier de fietsen op de auto gezet en eens even door het stadje gewandeld en een terrasje gedaan. Toen was het terug tijd om naar Bédoin te rijden. Gelukkig dat we met de auto gekomen waren, want dit stuk terug was zeer golvend.
Dag 3: Col des Abeilles – Sault – Gorges de la Nesque
Van een neef hadden wij gehoord dat er vlak bij Bédoin ook een mooie beklimming lag, nl de Col des Abeilles en die besloten we dan te doen op deze dag. We reden richting Flassan en van hieruit is de beklimming 13 km. Voordeel van hieruit is dat het een rustige baan is tussen de bossen met af en toe mooi uitzicht op de Mont Ventoux. De top van deze col van 996 m ligt op een iets drukkere baan richting Sault.
LEES MEER
Deze baan daalden we af tot bijna in Sault en dan rechtsaf richting Gorges de la Nesque. Je komt dan voorbij een aantal lavendelvelden waarbij je bijna high wordt van die heerlijke geur. Het is dan een stukje vlak rijden en dan gaat het eventjes lichtjes omhoog todat je aan een uitkijkpunt komt over de Gorges.
Gorges de la Nesque
Deze streek wordt een beetje vergeleken met de Grand Canyon maar dan in het klein. Even stoppen om een paar natuurfoto’s te nemen (je hebt hier ook een fantastisch zicht op de Mont Ventoux) en dan was het tijd voor de wondermooie afdaling van de Gorges de la Nesque. Dit was genieten en dat deden we ook met volle teugen totdat we in Villes sur Auzon kwamen. Hier reden we recht op een café en dus was het tijd om iets fris te drinken. Na deze heerlijke verfrissing terug de fiets op richting Flassan en zo terug naar Bédoin.
Dag 4 : Lac du Paty
Vandaag hadden we niet veel zin om te fietsen en maakten we maar een kort ritje van 25 km. Het was trouwens veel te warm en dus in de voormiddag even fietsen en namiddag aan het zwembad liggen. Vanuit Bédoin reden we naar Crillon-le-Brave en dan naar Caromb om even later uit te komen bij Lac du Paty. Dit meer is niet zo groot en ook niet zo druk bezocht. Hier konden we even verpozen alvorens terug de beklimming van de col de la Madeleine aan te vatten. Dan een rustige afdaling tot in Bédoin en dan was het tijd voor het terras en het zwembad.
Dag 5 : Malaucène – Mont Ventoux – Sault – Mont Ventoux – Malaucène
Aangezien we in het verleden al eens de beklimming van de Mont Ventoux hadden gedaan vanuit Bédoin , was het hoog tijd om de kale berg eens vanuit de andere twee kanten te beklimmen. Eerst de beklimming vanuit Malaucène doen.
Dit wordt beschouwd als minder zwaar dan vanuit Bédoin. Viel dit even tegen voor ons. Daar waar je vanuit Bédoin eerst een aantal km kan inrijden, is dit vanuit Malaucène zeer onregelmatig. Je hebt van in het begin al stukken van 8- 9% waarbij je onmiddellijk al naar adem moet happen. Gelukkig zijn er ook stroken van 3% tot 4%, maar dan weer een gedeelte van 10 tot 12%. Een beklimming van 21 km met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,6%, dit kan wel tellen.
LEES MEER
Boven op de top tijd nemen voor een foto en dan een rustige afdaling tot in Sault. Hier op het plein lag een restaurant dat vol zat met wielertoeristen en dus maar even gestopt voor een lekkere spaghetti. Dan was het tijd voor de tweede beklimming van de Ventoux en dit keer vanuit Sault. Dit is inderdaad zoals ze zeggen de gemakkelijkste kant om te doen. Er zijn zelfs stukken bij die je op de grote plateau kan doen.
Het laatste gedeelte vanaf Chalet Renard gaat weer steil omhoog. Bijna boven zagen we dat hier nog een col ligt, nl Col des Tempêtes. Die hadden we een vorige passage niet zien liggen. Dus hier ook maar weer even gestopt voor een foto. Dan verder naar de top. Blij dat we terug boven waren want kregen last van pijnlijke knieën. Dan de afdaling naar Malaucène waar we op het plein een terrasje opzochten om te bekomen van deze zware dag. Morgen staat onze laatste fietsdag op het programma.
Dag 6: Route de la Peste met Col de la Ligne + Col de Murs
Deze laatste dag stond er een tochtje van 46 km met 2 cols op het programma. Deze tocht, genaamd Route de la Peste, hadden we ook op Internet gevonden. Startplaats was Vénasque. Hier reden we naartoe met de auto omdat het te ver lag van Bédoin.
Vanuit Vénasque reden we naar Les Pantalins en dan naar Méthamis. Dan volgden we een tijdje de D5 tot aan de splitsing naar rechts richting D15. Na een tijdje kwamen we onze eerste col tegen, nl Col de la Ligne (756m). De beklimming van deze col was 13 km lang en het gemiddeld stijgingspercentage is maar 3,8%.
LEES MEER
Dan afdalen tot in Vergiers en hier namen we de D4. Hier volgde weer een beklimming van een tiental km tot aan de top van Col de Murs (627m), met een gemiddeld stijgingspercentage van maar 4,3%. Dan verder rustig uitbollen tot Vénasque. Hier terug de auto in en naar Bédoin voor een dikke pint, want dat hadden we wel verdiend na deze fietsweek aan de Mont Ventoux.